Steve Jobs beweerde dat we allemaal de iPhone verkeerd vasthielden – 15 jaar later onthult een ontwikkelaar de waarheid in 20 bytes code

Vijftien jaar na de iPhone 4 en het beruchte Antennagate draait ontwikkelaar Sam Henri Gold het verhaal om: niet je hand, maar een fout in de kalibratietabel van CoreTelephony liet de signaalstreepjes dansen. Wat betekent dat voor Steve Jobs’ advies en de gratis bumpers die Apple uitdeelde – en hoe reageert het bedrijf nu op een fout die miljarden aan reputatie en kosten had kunnen besparen?

Steve Jobs beweerde dat we allemaal de iPhone verkeerd vasthielden – 15 jaar later onthult een ontwikkelaar de waarheid in 20 bytes code

De start van Antennagate

In juni 2010 presenteerde Apple vol trots de iPhone 4. Het toestel was revolutionair vormgegeven, met een metalen band die meteen opviel. Die rand diende ook als antenne – een gewaagde en technisch vernieuwende keuze.

Maar al snel doken klachten op. Gebruikers merkten dat het signaal wegviel wanneer ze de telefoon met de linkerhand vasthielden en zo de onderbreking in de metalen rand overbrugden. Bellen werd onbetrouwbaar, verbindingen braken af. De media doopten het probleem al snel Antennagate. Wat begon als een designtriomf, werd een van Apple’s grootste PR-crises.

De reactie van Apple: Jobs’ woorden en de bumpers

Apple reageerde aanvankelijk defensief. Tijdens een persmoment zei Steve Jobs: “You’re holding it wrong.” De opmerking kwam over alsof de gebruiker zelf schuldig was – en dat viel slecht. De publieke druk nam toe en Apple moest ingrijpen.

Het bedrijf bood een praktische oplossing: gratis siliconen bumpers. Die isoleerden de metalen rand en verminderden het signaalverlies. Tegelijkertijd bracht Apple een software-update uit die de weergave van de signaalbalkjes aanpaste. Toch bleef de discussie hangen: lag het probleem bij de hardware, of speelde de software een grotere rol?

De ontdekking van Sam Henri Gold: een fout van 20 bytes

In 2023 kwam een verrassende wending. Ontwikkelaar Sam Henri Gold analyseerde oude iOS-componenten en ontdekte iets opvallends in het framework CoreTelephony. Volgens zijn onderzoek lag de fout deels in de software – en wel in een verkeerd gekalibreerde tabel voor signaalsterkte.

Slechts 20 bytes aan foutieve data bepaalden hoe de iPhone radiosignalen vertaalde naar de streepjes op het scherm. Daardoor dacht het toestel sneller dat het signaal zwak was, precies in de “verkeerde” greep die berucht werd. Als Golds bevinding klopt, was Antennagate niet alleen een hardwareprobleem, maar ook een klein softwarelek met grote gevolgen.

De impact: reputatie, kosten en ironie

De crisis kostte Apple naar schatting 175 miljoen dollar aan gratis hoesjes, klantenservice en logistiek – los van de reputatieschade. Wat bedoeld was als toonbeeld van perfectie, kreeg plots een deuk.

Golds analyse suggereert dat een simpele softwarecorrectie destijds veel had kunnen voorkomen. In plaats van honderdduizenden bumpers uit te delen, had een paar regels code het verschil kunnen maken. Achteraf gezien voelt dat bijna ironisch: een miljardenbedrijf dat een hardwarecrisis oploste met rubber, terwijl het probleem in 20 bytes software zat.

Wat we leren van een 15 jaar oude zaak

De herontdekking van Antennagate laat zien hoe dun de grens is tussen hardware en software. Een prachtig ontwerp kan wankelen als de interpretatie van radiosignaal niet klopt. Het toont ook hoe bedrijven communiceren onder druk: wie krijgt de schuld, en wie kijkt echt onder de motorkap?

De les blijft actueel: in technologie schuilt de kracht én de kwetsbaarheid in de details. Een klein kalibratiefoutje kan het verschil betekenen tussen innovatie en crisis. Vijftien jaar later is Antennagate meer dan een anekdote – het is een herinnering dat zelfs 20 bytes code genoeg kunnen zijn om een icoon te doen wankelen.

Tech
  • Adobe Stock