1. 'Dan woon je toch op de bible belt?'
2. 'Haha, jij woont zeker in een hutje op de hei'
3. 'Dan vind jij het vast heel druk in de stad, of niet?'
4. 'Heb je ook een wolf gezien in het echt?'
5. 'Vind je dat niet eng? In het bos wonen...'
6. 'Vieren jullie ook carnaval?'
7. 'Welke voetbalclub speelt daar?'
8. 'Is daar wel OV?'
9. 'Ah, daar heb je toch die hunnebedden?'
10. 'Red de boer!'
De Leven
- Adobe Stock, Giphy