1) Je moest altijd al je spullen verstoppen. Maar echt ALLES. Van speelgoed tot cd’s, make-up, kleding, dagboeken en sieraden. Want het werd óf gesloopt of gejat en kwijtgemaakt
2) Je ouders waren altijd strenger voor jou dan voor je broertje(s) en/of zusje(s)
3) En jij moest ook altijd de verantwoordelijke zijn en ‘het goede voorbeeld geven’
4) Je was het thuis gewend om gevolgd te worden bij alles wat je doet, maar dat betekent niet dat het ooit minder irritant werd
5) Je mocht voorin zitten
6) Je weet nooit zeker of je nu de coole oudere zus bent of een ongewenste bazige extra ouder
7) Je wou dat je zelf een oudere broer of zus had om advies bij te vragen
8) Je voelt altijd de neiging om je jongere broer of zus te beschermen, ook als hij of zij zelf allang volwassen is nu
9) Je was na de geboorte van je broertje/zusje een paar maanden ontzettend jaloers
10) Je liet je broertje/zusje dingen voor je doen voor 50 cent (vaatwasser inruimen, folders rondbrengen, drinken halen) totdat ze oud genoeg waren om te begrijpen dat je gewoon misbruik van ze maakte
11) Je leerde dat je het prima zou doen als privéchauffeur
12) En tijdens ruzies kreeg jij uiteindelijk de schuld, ook al was je broertje of zusje altijd mega-gemeen
13) Maar hoe irritant het soms ook is om de oudste te zijn, je zou het voor geen goud anders willen
De Leven
- Keeping Up With The Kardashians