1) Op de basisschool had je eigenlijk maar twee groepen: kinderen met lampjes in hun schoenen en kinderen die dat niet mochten
2) Als je in de eerste groep viel had je een toptijd
3) Je liep niet alleen op lampjes, maar ook op wolken
4) Iedereen vond je stoer en je werd 300 keer per dag gevraagd of je even wilde stampen met je voeten
5) Je liep ook weleens ergens tegenaan omdat je constant naar je voeten liep te staren, maar verder kon jouw kindertijd niet meer stuk
6) Of in ieder geval zo stelde je je het voor, want voor jou was dit leven niet weggelegd
7) Jij had 'verstandige ouders' die wilden dat je 'praktische schoenen' droeg
8) Je werd eens in de zoveel tijd meegesleept naar de schoenenwinkel om 'zelf je schoenen uit te kiezen'
9) Maar dan werd je van te voren al uitvoerig verteld dat die met lampjes waren uitgesloten
10) 'Je bent toch geen wandelende kermis?', 'Die koop je later maar van je eigen geld', 'Daar kun je niet op lopen' en andere quotes van je 'verstandige' moeder werden keer op keer herhaald
11) Natuurlijk liep je, eenmaal in de winkel, toch regelrecht op het rek met Lelli-Kelly, Geox en Sketchers af
12) Hierop volgde standaard ruzie, waarbij er een verkoper op een afstandje stond te wachten tot het hele ritueel was afgelopen
13) Vervolgens vond jij natuurlijk alle andere schoenen lelijk
14) En uiteindelijk kwam er een soort compromis: gekleurde veters of misschien een glitter-stiksel
15) Best prima, in ieder geval totdat je maandagochtend op school kwam
16) 'Coole schoenen', zei een klasgenoot. 'Zitten er ook lampjes in?'
De Leven
- Lelli Kelly