1) Eerst op school een lampion knutselen
2) Met van dat doorschijnende papier
3) Het kon van alles worden
4) Ouderwets een suikerbiet uithollen was ook nog een optie
5) Of een ballon papier-machéen
6) Met bijvoorbeeld dit als eindresultaat
7) En dan was het 11 november, de dag dat je met je lichtje lopen mag
8) De eerste paar jaar met je ouders...
9) ...reikhalzend wachtend op het jaar dat je eindelijk alleen mocht
10) Als het onverhoopt regende natuurlijk een plastic zak om je knutselwerkje
11) De liedjes zo kort mogelijk en zo snel mogelijk de tekst zingen
En deze kon nog sneller
12) Zodat je zo snel mogelijk snoep in je zak kon stoppen
13) Alles was wel goed
14) Zolang het maar niet dit was
(Geef maar toe, ook jij hebt met mandarijnen gegooid tijdens het lopen)
15) Rijtjeshuizen of een flat waren ideaal: snel van deur naar deur
16) Maar bij afgelegen huizen kreeg je soms een rijksdaalder! (Of 2 euro*)
17) En ook nog even naar de winkels; daar kreeg je altijd iets 'groots'
18) Hoe dan ook, na afloop was het altijd vergelijken wie het meest had opgehaald
Je zou eigenlijk vanavond wel weer willen lopen hè
De Leven
- iStock