1. Regen
Wat was dit balen, zeg. Had je wekenlang op school je best gedaan aan je lampion, werd die vernietigd door het natuurgeweld dat neerslag heet. Vervolgens stond je met een zielig hoopje papier aan een stokje een liedje te zingen, terwijl je zeiknat was. Wanneer je een open zak had voor je snoep, was dat helemaal vervelend.
2. De mandarijn
Altijd was er wel weer zo'n geitenwollensokkentype die dacht jou blij te maken met een mandarijn. Dat die mensen niet konden bedenken dat jij elke dag al je dagelijkse portie fruit naar binnen werkte tijdens de kleine pauze.
3. Geen snoep
Hoe moeilijk is het nou om tenminste één dag per jaar snoep in huis te hebben? Je hoeft alleen maar even iets uit het schap te pakken in de supermarkt. In deze periode ligt het dan ook nog eens door de hele winkel. Deze mensen moesten toch wel echte krenten zijn.
4. Kapot lampje
Het ging vooral om het snoep, maar toch was je wel een beetje trots op de lampion die je had gefabriceerd. Daarom was het extra balen als je lampje het niet meer deed. Niemand kon meer zien wat voor fantastische lampion je had gemaakt. Gelukkig waren er lieve mensen die jou daarom een extra snoepje lieten uitkiezen. Toch nog geluk.
5. De heks
Er was minstens één huis waar je nooit hoefde aan te bellen. Je hoorde van je vrienden dat er een enge oude vrouw met een pukkel op haar neus de deur opendeed. Haar tuin leek bezaaid met spinnenwebben. Ook het snoep wat je daar kreeg leek uit de middeleeuwen te komen. Dit huis sloeg je dan toch maar even over.
Bonus: Halloween
Er waren altijd wel een paar kinderen die 11 dagen eerder Halloween gingen lopen. Waar sloeg dat op? Alsof iedereen in Nederland snoep in huis haalt voor dat handjevol kinderen dat meedoet met dit Amerikaanse feest. Ze lopen in de Verenigde Staten toch ook geen Sint-Maarten? In Nederland hebben we ook geen Thanksgiving. Dit sloeg gewoon helemaal nergens op.
- Adobe Stock