/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2020%2F08%2FIFeCux5SleqLhR1598000221.jpeg)
1) In januari werd de bestemming bepaald. Een leuke camping aan de Moezel

2) Of je bleef in Nederland en ging naar de Moréne Hoeve in het Drentse Koekange

3) In het voorjaar werd de De Waard-tent al even in de eigen tuin opgezet

4) Als het eindelijk half juli was, vertrok je in een volgepakte auto

5) Genoeg cassettebandjes voor onderweg

6) Tetris spelen achterin de auto

7) En uiteraard ruzie maken met je broer of zus

8) Aangekomen bij de camping, kregen je ouders ruzie bij het opzetten van de tent

9) Zodra de tent stond, zette je vader bier in koud water op een schaduwrijk plekje

10) Je moeder bracht de koelelementen naar de balie, om ze daar in te laten vriezen

11) 's Avonds at je bruine bonen die je vader had klaargemaakt op de gasbrander

12) En daarna kon je een paar honderd meter lopen om af te wassen

13) De eerste avond had je nog geen vriendjes gemaakt, dus speelde je een spelletje

14) En als je naar de wc moest...

15) De volgende dag maakte je vriendjes voor het leven. Of een week of twee

16) Je vervloekt de dagen dat je ouders met je op tripje willen naar een kasteel

17) Maar die dag is minder erg dan de dag waarop je weer moet vertrekken

De Leven
- iStock